Arrondissement-ijkers en hun merktekens 1820-1869 A tot en met M

Bij de invoering van het metrieke stelsel behoorde uiteraard ook de

regeling van het toezicht ook op maten en gewichten en ellestokken.

Dit toezicht was in de periode van 1820 tot em met 1869 opgedragen

aan de arrondissementsijkers.


Wanneer bij de ijk de voorwerpen aan de voorschriften voldeden werden
zij voorzien van de lopende jaarletter (zie 1. jaarletters in deze rubriek),

en het particuliere merk van de ijker, die de keuring had verricht.

Kwam bij de aanbieding voor her-ijk op het gewicht het eigenmerk van de

betreffende ijker niet voor, omdat de aanbieder bijvoorbeeld uit een

ander arrondissement afkomstig was of na overplaatsing van de ijker naar een

ander arrondissement, dan bracht de ijker bij de her-ijk ook zijn eigen merk

weer aan.

Op sommige gewichten kunnen dus verschillende ijkersmerken voorkomen
Indien echter twee dezelfde merken naast elkaar zijn aangebracht,
betekent dit dat wij te doen hebben met een gewicht bestemd voor de
"fijne weging".
 
\"\"
Aarts A.T.
Benoemd 24 mei 1845 te Nijmegen.
Overgeplaatst 1 januari 1886 naar Amsterdam. Aangesteld tot ijker,
Chef van dienst aldaar op 1 januari 1870. Eervol ontslagen augustus 1873.
 
\"\"
Allemans H.
Benoemd 14 maart 1820 te Dordrecht.
Eervol ontslagen 20 maart 1846.
 
 \"\"
Arbon Johannis George.
Benoemd te Rotterdam 14 maart 1820.
Arbon was een wiskundige van enige betekenis.
Behalve arrondissementsijker was hij o.a. lector in de wiskunde aan het Erasmiaans Gymnasium te Rotterdam. Geboren 25 mei 1786, overleden 23mei 1857
 
\"\"
In Amsterdam gebruikten verschillende ijkmeesters die het zelfde ijkmeesterteken.
Hieronder kunt u zien in welk "tijdsvak" de ijkmeester(s) werkte.
 
Bangma Obbe Sicco .
Benoemd te Amsterdam 14 maart 1820.
Bangma was van 1787 tot 1805 onderwijzer aan de kweekschool
voor de zeevaart te Amsterdam. Hij assisteerde Van Swinden bij diens berekeningen voor de Hollandse Sociëteit van Levensverzekering en volgde hem op als wiskundig adviseur van die instelling. In 1816 werd hij benoemd tot lid van het Koninklijk Nederlands Instituut. Na hem kwamen meerdere ijkers. Geboren 1768, overleden 1829.
 
Boterkooper B.H. 
Arrondissementsijker te Antwerpen. Benoemd 1 maart 1832
te Amsterdam. Overleden 2 mei 1835.

Doornebos J.
Benoemd 14 maart 1820 te Amsterdam.
Overleden in 1820 Doornebos was eerder examinateur van de stadsmaten en -gewichten te Amsterdam.
 
Grevelink J.
Adjunct-ijker te Amsterdam sedert 1820.
Eerder stadsijker van de biermaten aldaar. Benoemd tot arrondissementsijker te Amsterdam op 15 maart 1825.
1 juli 1836 eervol ontslag wegens benoeming tot commissaris van politie aldaar.

Stamkart Dr. Franciscus Johannes.
Benoemd 2 december 1833 tot arrondissementsijker te Alkmaar.
Als zodanig overgeplaatst op 8 december 1835 naar Amsterdam.
Van 1833 tot 1867 heeft hij het ijkwezen gediend. De ogenblikken die hij vrij had besteedde hij aan ernstige studie en bekwaamheden die hij zich eigenlijk geheel zonder hulp verwierf, stempelden hem tot een geleerde. Voor het ijkwezen heeft hij zich ook zeer verdienstelijk gemaakt.
In 1844 werd hij benoemd tot doctor honoris causa in de wis-en natuurkunde te Leiden en in 1845 werd hij lid van de Koninklijke Nederlandse instituut en later, toen het instituut werd opgeheven en de Koninklijke Nederlandse Academie van Wetenschappen daarvoor in de plaats kwam, werd hij lid van deze academie.
In 1867 werd hij hoogleraar aan de polytechnische school voor de vakken zuivere toegepaste wiskunde. Later werd hem nog opgedragen onderwijs te geven in de ijkvakken. Met F. Kaiser en J. Bosscha was hij de regeringsafgevaardigde op de congressen te Parijs van 1870 en volgende jaren waarop de invoering van de nieuwe standaarden voor meter en kilogram werd behandeld. In 1878 werd hij op eigenverzoek als hoogleraar te Delft ontslagen maar bleef werken aan de Europese graadmeting als lid en voorzitter van de Rijkscommissie voor graadmeeting en waterpassing.
Geboren te Amsterdam 25 januari 1805 overleden aldaar 15 januari 1882.
 
Stierling J.G.E.G.
Adjunct-ijker te Nieuwer-Amstel sedert 30 november 1821.
Benoemd tot arrondissementsijker te Amsterdam 10 april 1825.
Eervol ontslagen 1 juli 1861.
 
Tolder Simon.
Benoemd in 1820 te Amsterdam, na het overlijden van Doornebos.
Overleden omstreeks januari 1825.
 
Ulman L.J.
Benoemd 13 december 1828 te Amsterdam.
Overleden 2 december 1856
 
\"\"
Bellinga H.
Benoemd 14 maart 1820 te Winschoten;
in dienst tot 1834 van 1819 - 1820 stadsijker te Groningen.

\"\"
Berchuys van Dr. C.H.J.
Benoemd 9 mei 1834 te Deventer.
Op wachtgeld gesteld 1 januari 1870 Overleden 3 maart 1886
 
\"\"
Bloemendal S.
Benoemd 24 maart 1841 te Maastricht;
aangesteld tot ijker, chef van dienst aldaar op 1 januari 1870.
Eervol ontslagen 1 januari 1885. Overleden 1885.
 
\"\"
Boeuff de J.
Benoemd 1 januari 1854 te Hulst;
overgeplaatst 26 maart 1857 naar Naarden en Nieuwer-Amstel en in 1869 naar Nijmegen; aangesteld tot ijker, chef van dienst aldaar
1 januari 1870. Overgeplaatst naar Groningen in 1874.
Eervol ontslagen 1899, overleden januari 1913.

\"\"  \"\"
Boeye J.J.
Benoemd 11 oktober 1852 te Hulst;
overgeplaatst oktober 1853 naar Goes, 1 juli 1857 naar Brielle,
20 november 1857 naar Gouda. Heeft in 1858 een ander merk aan genomen, namelijk dat van Arbon uit Rotterdam (zie 3).
Overgeplaatst 1 oktober 1861 naar Brielle, januari 1866 naar Zierikzee, januari 1868 naar Amersfoort. Eervol ontslagen 1 januari 1870.
Benoemd tot ijker te \'s-Gravenhage 16 mei 1870. Aangesteld tot ijker, chef van dienst te Alkmaar 1 februari 1879. Overleden 30 augustus 1884.
Het "merk" ster is sinds 1858 gebruikt.

\"\"
Bogaerts B.P.
Benoemd 31 juli te Breda.
Aangesteld tot ijker, chef van dienst aldaar. 1 januari 1870 eervol ontslagen 15 juli 1874. Overleden april 1876.
 
\"\"
Bollee C.C.
Benoemd in 1846 te Goes;
overgeplaatst 31 mei 1853 naar Dordrecht; 10 oktober 1862 naar Utrecht.
Benoemd tot ijker, chef van dienst aldaar 1 januari 1870. overgeplaatst naar Leeuwarden (met 1 jaar verlof) 1873. Eervol ontslagen 1875. Overleden juni 1886.
 
\"\"
Bollee W.
Benoemd 14 maart 1820 te Gorinchem.
Eervol ontslagen januari 1867.
 
\"\"
Boon A.J. Dr.
Benoemd 14 maart 1850 te Leiden,
voor de kantons Leiden en Noordwijk. Op wachtgeld gesteld 1 januari 1870.

\"\"
Borst J.
Benoemd 28 april 1827 te Utrecht.
Overleden 14 mei 1862.
 
\"\"
Bourjé J.P.
Benoemd te Middelburg 14 maart 1820.
Geboren te Middelburg 27 augustus 1774 Overleden aldaar 12 maart 1834.
 
Nog geen merk bekend
Brevelt C.
Benoemd 14 maart 1820 te Hoorn;
Overleden 26 juni 1820.
 
\"\"
Broekman D.P.
Benoemd in 1858 te Goes.
Overgeplaatst in 1862 naar Zierikzee, in januari 1866 naar Gorinchem.
Benoemd tot ijker te Maastricht 1 januari 1870, overgeplaatst naar Rotterdam 1873. Benoemd tot ijker,
chef van dienst te Nijmegen 1874. Eervol ontslagen mei 1880.
 
\"\"
Brouwer F.
Benoemd 4 november 1828 te Hoorn.
Eervol ontslagen in 1857. Overleden 25 augustus 1863.
 
\"\"
Stein Callenfels van G.O.
Benoemd 10 juni 1838 te Heerenveen.
Overgeplaatst in 1845 als tweede arrondissementsijker naar Leeuwarden. Eervol ontslagen 1 januari 1870.
 
\"\" \"\"
Camstra D.B.
Benoemd 10 juni 1838 te Heerenveen.
Overgeplaatst in 1845 als tweede arrondissementsijker
naar Leeuwarden en gebruikte vanaf 1845 het \'plompeblad\'
Eervol ontslagen 1870.
 
\"\"
Stoffels T.
Benoemd 12 januari 1838 te Leeuwarden.
Eervol ontslagen 1 januari 1870.
 
Nog geen merk bekend
Canteius I .
Benoemd 14 maart 1820 te Alkmaar
Overleden 1833.
 
\"\"
Caijaux Maximilien Mathieu.
Benoemd 20 maart 1846 te Roermond;
overgeplaatst in april 1865 naar \'s-Hertogenbosch.
Aangesteld tot ijker, chef van dienst te Leeuwarden op 1 januari 1870; overgeplaatst naar Utrecht november 1873. Eervol ontslagen september 1882.
 
\"\"
Damme A.
Benoemd 28 november 1867 te Brielle.
Aangesteld tot adjunct-ijker te Zwolle 1 januari 1870;
benoemd tot ijker 1 januari 1871. Overgeplaatst naar Amsterdam 1874 Benoemd tot ijker chef van dienst te Breda 1 februari 1875. overgeplaatst naar Arnhem 1889; naar Amsterdam 1905. Overleden 2 april 1906.
 
\"\"
Dirks Th. J.
Benoemd 2 juni 1857 te Zierikzee;
overgeplaatst 10 oktober 1862 naar Dordrecht.
Benoemd tot ijker, chef van dienst aldaar 1 januari 1870, overgeplaatst naar \'s-Gravenhage
1 mei 1872. Aangesteld tot inspecteur van het ijkwezen in 1883. overleden januari 1892.
 
\"\"
Dobbe D.
Benoemd in 1857 te Hulst;
overgeplaatst 19 november 1858 naar Brielle;
1 oktober 1861 naar Gouda. Benoemd tot ijker te Rotterdam
1 januari 1870. Aangesteld tot ijker, chef van dienst te Dordrecht
1 april 1873; overgeplaatst naar Rotterdam augustus 1880. eervol ontslagen mei 1898;
overleden 15 mei 1910.
 
\"\"
Druten van Johan.
Benoemd 20 november 1857 te Goes;
overgeplaatst in 1858 naar Assen. Benoemd tot ijker, chef van dienst te Assen op 1 januari 1870. Eervol ontslagen 1 november 1880, wegens benoeming tot districts-schoolopziender in de provincie Drente. Geboren 29 oktober 1837 te
\'s-Gravenhage, overleden te Assen 22 maart 1895.
 
\"\"
Engen van C.E.
Benoemd in 1820 in Deventer.
Eervol ontslagen in 1823.

 \"\"
Everts J.
Benoemd 14 maart 1820 te \'s-Hertogenbosch.
Overleden in 1865.
 
\"\"
Gleuns W. Dr.
Benoemd in 1841 te Appingedam.
Op wachtgeld gesteld 1 januari 1870. Overleden 1 december 1881.
 
\"\"
Guigierre D.
Benoemd 25 maart 1820 te Oostburg.
Overleden aldaar in 1839.
 
\"\"
Gunning G.F. Dr.
Benoemd 12 augustus 1845 te Heerenveen;
overgeplaatst in 1852 naar Schiedam. Toen een ander merk?
Benoemd tot ijker, chef van dienst te \'s-Gravenhage 1 januari 1870. Eervol ontslagen 1 januari 1872. Overleden in 1892.
 
\"\"
Peting G.
Benoemd 14 maart 1820 te Heerenveen.
Overleden 12 februari 1838.
 
Nog geen merk bekend
Haaff ten G.C.
Benoemd in 1820 te Almelo.
Eervol ontslagen 2 april 1828.|

 \"\"
Haak L.
Benoemd 14 maart te Hulst.
Overleden 29 mei 1845. 
 
Nog geen merk bekend
Harte P.
Benoemd 14 maart 1820 te Tiel.
Eervol ontslagen mei 1828 toen het ijkkantoor Tiel opgeheven en bij Nijmegen gevoegd werd.
 
\"\"
Heuvelen van B.H.
Benoemd in 1826 te Appingedam
Overleden in 1841.
 
\"\"
Jochim A.
Benoemd 1 juli 1857 te Goes.
Overgeplaatst 20 november 1857 naar Arnhem. Aangesteld tot ijker, 
chef van dienst te Arnhem op 1 januari 1870. Overleden 17 maart 1878.
 
\"\"
Kanter de L.M.
Benoemd 14 maart 1820 te Goes.
Overleden aldaar in 1842.
 
\"\"
Kerkwijk van C.J.
Benoemd 1 juli 1865 te Brielle.
Overgeplaatst 28 november 1867 naar Zierikzee. Benoemd tot ijker,
chef van dienst aldaar 1 januari 1870. Overgeplaatst naar Middelburg april 1875, naar Arnhem oktober 1878. Overleden 25 januari 1889.
 
\"\"
Knöps P.E.
Benoemd 1 januari 1836 te Brielle.
Eervol ontslagen in 1857.
 
\"\"
Koentz W.D.J.
Benoemd 1 september 1856 te Eindhoven.
Overgeplaatst 15 december 1866 naar Goes.
Aangesteld tot ijker, chef van dienst te Haarlem op 1 januari 1870.
Eervol ontslagen 1 februari 1874.
 
\"\"
Koolman F.O.
Benoemd 24 april 1847 te Hulst.
Overgeplaatst 15 december naar Zierikzee; 2 juni 1857 naar Hoorn. Eervol ontslagen 1 januari 1866. Overleden in 1880.
 
Nog geen merk bekend
Kresmeyer H.
Benoemd 14 maart 1820 te Zutphen.
Overleden 31 januari 1827.
 
\"\"
Krol Dirk Janz.
Benoemd 6 december 1852 te Amersfoort. 
Overgeplaatst 20 november 1857 naar Sneek 
Aangesteld tot ijker, chef van dienst te Leeuwarden 1 januari 1870. Overgeplaatst naar Groningen. Geboren op 28 jan. 1823 Overleden 10 maart 1879.
 
\"\"
Krol Jan Gerrits.
Geboren te Idskenhuizen in 1784 of 1785. Hij is overleden te Sneek op 4 juli 1836. Hij was getrouwd met Dieuwke Klazes de Vries. Werd in 1804 benoemd tot botervatenijker in Idskenhuizen. Van 1820 tot zijn dood in 1836 vervulde Jan Gerrits Krol het ambt van arrondissements-ijkmeester in Sneek. Aanvankelijk was hij ook nog onderwijzer en ontvanger van de belastingen. Hij werd opgevolgd door zijn zoon Klaas Jans Krol (1814-1857). Klaas was arrondissements-ijkmeester in Sneek van 1836 tot zijn dood in 1857. Hij werd opgevolgd door zijn broer Dirk Jans Krol (geboren op 28 jan. 1823). Hij bleef het ambt vervullen tot 1870, toen de arrondissements-ijkkantoren werden opgeheven
 
\"\"
Krol K.J.
Benoemd in 1836 te Sneek. 
Geboren 1814 Overleden 1857.
Klaas was arrondissements-ijkmeester in Sneek tot zijn dood in 1857.
 
\"\"
Kuyper G.
Benoemd 14 maart 1820 te Groningen. 
Overleden in 1860. Er zijn betrekkelijk veel metrieke korenschalen
met het merk van deze ijker bekend.
 
 \"\"
Kuyper J.H.A.
Benoemd 19 november1858 te Hulst. 
Overgeplaatst 13 december 1860 naar Groningen. 
In 1864 aangesteld bij het Ministerie van Binnenlandse Zaken.
 
Nog geen merk bekend
Leeuwen van K.
Rotterdam en Gouda 1824-1833

\"\"
Linden van der P.
Briele 1820-1837

Nog geen merk bekend
Lobatto Rehuel. 
Geboren te Amsterdam 6 juni 1797, overleden te Delft februari 1866. 
Hij werd ijker in het arrondissement Rotterdam en vestigde zich te Delft. 31 augustus 1827 werd hij aangesteld als adviseur voor de Zaken Maten en Gewichten bij het Ministerie van Binnenlandse Zaken, maar bleef tot januari 1828 het ambt van ijker waarnemen. In 1842 volgde zijn benoeming tot hoogleraar aan de Hogeschool te Delft. 
Menige regeringsopdracht voerde hij uit. 
Zo was hij lid van de commissie die in 1838/1839 te Parijs nieuwe standaarden voor de meter vervaardigde.
 
 \"\"
Mansvelt P.
Benoemd 4 augustus 1820 te \'s-Gravenhage. 
Overleden 17 oktober 1851 Deze vier jaar had hij bi Lenoir te Parijs gewerkt.
 
\"\"
Mensing Matheus Christinus Dr.
Studeerde te Utrecht en promoveerde 20 juli 1837 cum laude tot doctor in de wis- en natuurkunde op proefschrift: De Bilancibus. Benoemd tot ijker, chef van dienst aldaar 1 januari 1870.
Eervol ontslagen 1 augustus 1880. Overleden 13 februari 1908.
 
Nog geen merk bekend
Meeler J.H.
Particulier merk M
Noordwijk 1820-1852

\"\"
Mierop Schenkenberg van P.
Benoemd 13 december 1860 te Hulst.
Overgeplaatst in 1864 naar Groningen. Benoemd tot ijker aldaar in 1870; overgeplaatst naar Leeuwarden en in november 1873 naar Dordrecht. Benoemd tot ijker chef van dienst te Haarlem 15 augustus 1877. Benoemd tot toegevoegde ijker te \'s-Hertogenbosch in 1879, overgeplaatst naar \'s-Gravenhage in 1880. Ontslagen 1881.

\"\"
Moerbeek Pieter.
Benoemd 14 maart 1820 te Haarlem.
Eervol ontslagen1 januari 1843.
 
\"\"
Moors B.P.
Benoemd 3 november 1862 te Goes.
Overgeplaatst in 1866 naar Roermond. Aangesteld tot ijker te Arnhem
1 januari 1870; tot ijker chef van dienst te Breda, juli 1874. Overgeplaatst naar Leeuwarden 1875; naar \'s-Gravenhage1883. Benoemd tot inspecteur van het ijkwezen in 1892.
Eervol ontslagen maart 1907.
 
\"\"
Munnick Joh. Theod. Dr.
Benoemd 18 december 1842 te Haarlem.
Op wachtgeld gesteld 1 januari 1870.

IJkmeesters M t/m Z klik hier