Blikken melkmaten

Cilindrische (melk)maten mochten uit stevig blik gemaakt zijn, mits voorzien van een verdikte bovenrand, ‘voorts van eene tuit en van een oor of handvatsel’ (Koninklijk Besluit 22-03-1829).
In 1912 werden blikken maten, zonder beperking van de soort vloeistof, ook een hoog of laag handvat of een stortrand en handvat vermeld; alleen voor olie was een tuit en oor verplicht. Vandaar dat de meeste melkmaten niet van een snep, tuit, en/of stortrand zijn voorzien.

De hoogte van de maat diende gelijk te zijn aan de diameter.
Als kleinste maat werd 0.05 liter (½ deciliter) aangegeven (KB 22-3-1829 artikel 9).
De grootste maat is 2 liter.

Blik was populair voor het vervaardigen van (melk)maten vanwege haar relatief lage kostprijs ten opzichte van messing en koper, vooral in de oorlogsjaren.

Blik
is dun gewalst plaatstaal. Afhankelijk van het doel wordt er een laag op aangebracht om corrosie tegen te gaan. Traditioneel was dat tin aangebracht door onderdompelen in een bad van gesmolten tin.